‘t’Is nodig dat ge slechts zijn Institutie leest...’

(© Universiteitsbibliotheek VU, Amsterdam, Bijzondere Collecties)

 

 

De Institutie

 

Calvijn is de auteur van een hele bibliotheek. Wie zich eigen wil maken wat Calvijn in een kwarteeuw geschreven heeft, moet daarvoor ongeveer een heel mensenleven uittrekken. Toch blijft Calvijn de man van één boek: de Institutie. Niet alleen omdat de Institutie zijn bekendste geschrift is geworden, maar vooral omdat we de volledige Calvijn in dit ene boek leren kennen. Wat Calvijn schreef en wie hij was, kunnen we uit de Institutie afleiden.

 

Ontstaan

De Institutie is ontstaan in een roerige tijd. De nieuwe ideeën van Luther en de principes van de Hervorming vonden in Frankrijk steeds meer ingang. Ook de jonge Calvijn werd voor deze ideeën ingewonnen en kwam tot een breuk met het Rooms-Katholicisme. In korte tijd maakte hij zich de theologische literatuur eigen.

Frans I, de toenmalige koning van Frankrijk, keerde zich om politieke en persoonlijke redenen tegen de nieuwe leer van de evangelischen. Toen er in de jaren dertig van de zestiende eeuw vervolgingen losbraken, zag Calvijn zich gedwongen om te vluchten. In deze tijd legde hij de grondslag voor zijn bekendste boek, de Institutie of onderwijzing in de christelijke religie. In 1536 verscheen de eerste editie in Bazel.

In de Opdracht aan koning Frans I, voorafgaand aan deze editie, probeerde hij diens ogen te openen voor de leugens die over de reformatorisch gezinden werden verteld en hem te overtuigen van de waarheid van het evangelie zoals die door de reformatie werd opgevat.

 

 

Doel van de Institutie

Calvijns bedoeling met de Institutie was om de lezer op te wekken tot vroomheid en de weg te wijzen naar de Schrift. Gods Woord is volmaakt en daar hebben wij niets aan toe te voegen. Maar de Schrift behoeft wel toelichting voor degenen die weinig geoefend zijn. Iemand die meer geestelijk inzicht heeft ontvangen, heeft tot taak anderen bij de hand te nemen en te wijzen op de hoofdzaken van het christelijk geloof.

De inzet van Calvijn is pastoraal. Voor hem valt het accent op de leer van het heil. De Institutie is niet bedoeld tot bevrediging van intellectuele genoegens, maar ter versterking van de vroomheid, een hulpmiddel om daarin te groeien. Met dit doel voor ogen stelde Calvijn zijn Institutie samen.

Deze doelstelling maakt de Institutie tijdloos: zij is voor de moderne lezer net zo belangrijk als voor de zestiende-eeuwer. Het boek heeft duizenden niet slechts inzicht gegeven in de leer, het heeft hen ook geholpen om goede discipelen van de Schrift te zijn.

 

Titelpagina Institutie 1559

 

Verschillende edities

Calvijns bedoeling met de Institutie is ongewijzigd gebleven, maar hij heeft het werk wel voortdurend aangevuld. Zijn leven lang heeft hij eraan gewerkt. Steeds weer verscheen een nieuwe editie. Na de eerste van 1536 volgden aangevulde uitgaven in 1539, 1543 en 1550, totdat het werk in 1559 zijn definitieve vorm kreeg. In zijn brief aan de lezer bij de laatste editie schreef Calvijn: ‘Elke nieuwe druk van het werk werd met enige toevoegingen verrijkt. Hoewel ik zeker geen spijt had van de arbeid die ik er destijds aan besteed had, was ik toch pas echt tevreden over mijn werk toen het de opbouw en de indeling verkregen had waarin het nu aangeboden wordt.’

Zoals gebruikelijk in de zestiende eeuw schreven theologen hun boeken vooral in het Latijn. Ook de Institutie heeft Calvijn in deze theologentaal geschreven. Wel vertaalde hij de verschillende edities steeds in de volkstaal, voor hem het Frans, zodat ook ‘leken’ kennis konden nemen van zijn werk.

 

De nieuwe Nederlandse editie van de Institutie is een vertaling direct uit het Latijn van de meest complete editie uit 1559.